Ik ben bang ……. dat wij het kind met het badwater weg
gaan gooien.
Door de enorme politieke druk die er is rond stikstof kunnen
er zo maar grote besluiten vallen op basis van rekenmodellen, kaarten en
tabellen (en politiek gewin). Het politieke probleem is dan ‘opgelost’, de
uitwerking is dat veel in hun omgeving gewaardeerde boerenbedrijven
geblokkeerd worden. Boeren die pionierend hun bedrijf zo inrichten dat het
boerenbedrijf natuur en landschap juist versterkt. Boeren die voorloper zijn in
kennis en inzicht en die laten zien dat het kan: als boer de natuur versterken.
Ik ben bang dat nu snel besluiten welke boeren moet stoppen op
basis van rekenmodellen, tabellen en kaarten de basis onder hun bedrijf wegslaat.
Want ze zitten maar zo te dicht op natuur, want hun koeien produceren ook
stikstof en we moeten het wel ‘eerlijk’ doen, de regels moeten voor iedereen
hetzelfde zijn. En vooral ‘hun’ stikstof is juist het probleem want ze zitten dicht
bij natuur. Ik voorzie dat een norm op basis van een getal uit een tabel
leidend gaat worden in de politieke besluiten, want een getal is ‘controleerbaar
en handhaafbaar’ vanachter het bureau. Ik ben bang dat door de politisering van
het debat, het ‘winnen’ van de politieke strijd belangrijker is dan het lange
termijn effect.
Waarom ben ik bang? Omdat het me echt raakt.
Het raakt mij omdat ik de potentie zie van zoveel
boerenbedrijven om juist van grote maatschappelijke meerwaarde te zijn.
Meerwaarde in versterken van natuur en landschap en in de sociale kant: de
boerderij als plek waar ‘wij’ voedsel en natuur en cultuur kunnen beleven.
Het raakt mij omdat ik zoveel potentie zie voor de nieuwe
generatie boeren in de boerendiversiteit in de studenten en jonge boeren.
Ik zie hoe zij de mogelijkheden ontdekken voor natuur, voor landschap, voor regionale
cultuur en voor sociale ontmoeting. Ik zie dat ze daarin al anders kunnen en
willen ontwikkelen dan de vorige generatie. We werken hard om hen te voeden in
het vinden van hun eigen visie, hun eigen rol binnen de hele boerendiversiteit
aan bedrijven die we nodig hebben. Ik zie dat er echt studenten zijn die het actief
oppakken om in de markt een plek te vinden waar ze de relatie met natuur en
burger in hun bedrijf integreren. Mijn angst is dat die jonge, geïnspireerde boeren
straks in hun visie en plannen onderuit geschoffeld worden door een
dimensionale besluiten op basis van modellen, kaarten en tabellen.
Waarom ben ik bang? Omdat het eerder ook zo is gegaan.
In de regels van de afgelopen decennia zijn te vaak door de
opzet van de regelgeving de bedrijven beloond die het meest bijdragen aan juist
dat wat niet volhoudbaar is. Denk aan de fosfaatrechten: die zijn niet
ingesteld op basis van de mate waarin bedrijven grondgebonden zijn maar op
basis van het aantal dieren dat je had, grond of niet, dat maakte niet uit. De
boeren die investeerden in meer grond visten zo achter het net. Had je de
stallen overvol dan kreeg je rechten. De grootste veroorzaker krijgt steeds
weer de meeste rechten. De aangrijpende documentaire ‘De kleine oorlog van boer
Kok’ is een treffende illustratie hiervan (overigens ook van de onmacht van de
boer die zich vervolgens uit in onhandige communicatie).
Maar het gaat toch om voedsel? Ja natuurlijk, dat is prioriteit
1 tot en met 10
Voor al dat voedsel zijn echt heel veel en heel goed
georganiseerde boerenbedrijven nodig met een goed georganiseerde
voedselverwerking en logistiek. Elke dag vertrouwen tientallen miljoenen Europeanen
op voedsel dat er ‘gewoon’ is. Die productiefocus bedrijven moeten de balans
met ecologie en landschap herstellen, tegelijk is en blijft volume in
voedselproductie hun basis met een daar ook bij passende schaalgrootte om te
kunnen investeren in slimme technieken. Zij kunnen met die techniek ook
juist de ecologie weer versterken, denk aan gps toepassing. Wat betreft de locatie
van die productiefocus bedrijven, dat is inderdaad een goede vraag waar een
open gesprek over (on)mogelijkheden gewoon gevoerd moet worden. En dat kan
inderdaad betekenen dat verplaatsen van die productiefocus bedrijven gewoon een
logische stap is, en soms is die stap pijnlijk, soms is het ook juist een kans.
Ach hoe erg is het als bedrijven stoppen, dat zijn toch
mooie woonkavels?
Dat gaat dan inderdaad gebeuren, mooie prachtig gelegen
villa’s voor de financieel bevoorrechten met goede netwerken. Die werken elders
en hebben geen sociale en ecologische en landschappelijke meerwaarde voor de
plek waar ze wonen. Zij gaan dat landschap niet onderhouden. Dat
onderhoud dat als vanzelf meegaat met de boerenfamilies die het boerenvak steeds
weer opnieuw vorm geven, meebewegend met veranderingen. Die nu ook mee kunnen
en zullen veranderen naar boerderijen waar het ‘verzorgen’ van ‘onze’ ecologie en ‘ons’
landschap en ‘onze’ gebiedscultuur weer bij de kern van de boerderij hoort. Dat
kan en zal gebeuren als ‘wij’ daar een gezonde economische basis voor geven, niet
als subsidie maar omdat ze als ondernemer ‘ons’ een belangrijke dienst leveren.
Zijn er kansen om de rijkdom van het boerenbedrijf toch
wel te ‘redden’?
Even terug naar 20 jaar geleden, de ammoniakarme stallen
werden verplicht, behalve voor biologische bedrijven. Dat is gek natuurlijk, ‘biologische’
ammoniak heeft echt hetzelfde effect. Toch is hier toen voor gekozen, want
anders zou biologische veehouderij stoppen, geen stallenbouwbedrijf zou namelijk
investeren in nieuwe stalsystemen voor dat kleine aantal boeren. Dus ja, we
kunnen slim dingen regelen. Creëer een speciale positie voor bedrijven die daadwerkelijk
voor hun eigen plek van meerwaarde zijn. Niet omdat ze ‘beter’ zijn dan de
grote voedsel productiefocus bedrijven, maar simpelweg omdat we ze echt nodig
hebben voor onze samenleving om juist als boerenbedrijf verzorger te zijn van
lokale ecologie, regionaal landschap, regionale voedsel cultuur en voor sociale
ontmoeting.
Minister Adema en Minister Van der Wal, ik hoop dat mijn
angst onterecht zal blijken te zijn.
Veel wijsheid gewenst, de jonge boeren die ik dagelijks
ontmoet staan klaar om de toekomst vorm te geven, ze hebben daar heldere kaders
bij nodig, kaders die mogelijkheden geven om van meerwaarde te kunnen zijn.
Ron Methorst
Lector Omgevingsinclusief Ondernemen
Aeres Hogeschool Dronten
Twee links naar berichten in de media in lijn met mijn
verhaal: