Landbouw in Nederland: is de gouden tijd voorbij of gaat de
gouden tijd komen?
Jullie hebben het ‘boerenvirus’ meegekregen. Je wordt blij
van gewassen die groeien, van zaaien, van land bewerken, van oogsten. Je ziet jonge
dieren geboren worden en je zorgt met je familie goed voor die dieren zodat er zuivel
is, en eieren en vlees. Voor al die mensen die zelf geen voedsel maken, die via
de supermarkten vrij kunnen kiezen wat ze vandaag willen eten. Elke dag is het
voedsel voor al die mensen weer volop beschikbaar dankzij jullie werk. Wat is
het prachtig als er weer een vrachtauto vol product jullie erf verlaat.
Je staat vaak vroeg op, werkt in avonden en nachten, in de
weekenden. Je staat letterlijk met de laarzen in de klei (of veen of zand) en tussen de dieren. Je
vraagt je niet eens af of al jullie inzet bijzonder is, hard werken doet
iedereen toch?
En waar jij opgroeide is hard werken ook heel normaal. Zoals
het ook gewoon is dat je als boer heel veel risico loopt, een ziekte of hagelbui
kan je opbrengst van dat hele jaar vernielen. Dan hoop je dat je door als
familie zuinig te zijn de kosten dat jaar nog net op kunt brengen. Dat lukt dan ook alleen als
jullie een fors deel eigen geld in het bedrijf laten. De boer is CFO en CEO, draagt
tegelijk ook de overall om het werk te doen en is ook nog de risicodrager.
Allemaal normale gang van zaken in de wereld waarin je
opgegroeid bent. Jij wilt daarin ook verder, je hebt het virus. En wat is het
ook mooi, wat zijn er betoverende momenten die goud waard zijn. Jij in je
trekker met zonsondergang achter de maïshakselaar aan, je draait met al die
tonnen gewicht achter de trekker de weg op en rijdt naar het erf om de
sleufsilo vol te rijden. Die avond laat pak je samen een biertje, het is weer
gelukt dit jaar met de maïsoogst. Jij tussen de dieren waarvoor jullie zoveel geïnvesteerd
hebben om ze optimaal te verzorgen. De dieren die zo ontzettend efficiënt het
voer omzetten in prachtige producten waar we allemaal van leven.
Jullie doen dat zo efficiënt dat er mensen vanuit heel de
wereld komen kijken hoe we dat voor elkaar krijgen. Men is eigenlijk jaloers op
de extreem hoge kwaliteit producten die we hier kunnen leveren. En wat zijn we
ook innovatief in agro land, we zijn voorloper in machines en technieken. Kijk
naar zo’n dorp als Barneveld waar een bedrijf als MOBA zit, hun machines om
eieren te sorteren vind je over de hele wereld. En eigenlijk vinden we dat in
de agro wereld ook maar weer ‘gewoon’, we doen gewoon ons best en we proberen
steeds weer nieuwe dingen uit.
En dan doe je zo ontzettend je best en dan blijkt ‘ineens’
dat ‘men’ vindt dat je het helemaal ‘fout’ doet.
De krantenkoppen buitelen over elkaar heen, je bent steeds
weer de gebeten hond, het ligt aan de landbouw, aan de landbouw aan de
landbouw. De veehouderij krijgt daarbinnen nog het meest te verduren. Mensen
die er geen expert zijn krijgen op tv alle ruimte om hun visie te geven, alsof
ze na het kijken van een paar filmpjes ineens ‘precies weten hoe het zit’. Het
ligt dus aan jou, aan de veehouderij, aan het ‘landbouwsysteem’.
‘Ze’ zullen jou zeggen dat je het helemaal fout doet.
Terwijl ‘ze’ wel gewoon als consument goedkoop voedsel in stand houden. Terwijl
‘ze’ wel import van voedsel met veel minder eisen mogelijk maken. En ‘ze’ wel
willen vliegen en bouwen en rijden, want het ligt allemaal aan ‘jou’.
‘Ze’ hebben het niet over die enorme investeringen die je
gedaan hebt voor dierwelzijn, voor milieu, voor natuur. Niemand waardeert de
enorme ontwikkeling die je doorgemaakt hebt waardoor je ook op milieugebied en
dierwelzijn koploper bent in de wereld.
‘Ze’ lopen over je heen en ze vegen daarbij ook nog even
stevig de schoenen. En dan kijken ‘ze’ achterom en zeggen: ‘Zie je wel hoe vies
het is?’
Wat is het dan ontzettend verleidelijk om me je 150 pk
trekker naar Den Haag te rijden. Om eens te vragen waar ‘ze’ nu helemaal mee
bezig zijn. Om te zeggen dat ‘ze’ er niets van snappen. Dat ze jullie als
boeren op deze manier kapot maken. Met hun mooie verhalen over hoe het anders
moet maar je vervolgens lekker alleen laten zitten met de investeringen en
risico’s.
Is het goed om te protesteren?
Ja, laat aan de brede maatschappij zien dat je er bent, dat
je mens bent en dat je graag verder wilt met voedsel maken zodat al die andere
mensen dat in de supermarkt kunnen kopen. Ook al is dat heel hard werken voor
een laag rendement. Dat kan op 1 oktober in Den Haag, dat kan ook heel erg goed (of misschien zelfs wel beter) bij jou in de regio, of samen met je mede studenten een manier vinden om jezelf laten zien.
Tegelijk, als het daar ophoudt, als het stopt bij een
grote demonstratie waar 'wij zijn boos' de boodschap is, en natuurlijk is er dan die dag media aandacht voor die boosheid, maar wat hebben we dan
bereikt?
Is onder die boodschap niet eigenlijk de boodschap: ok, ok, we willen samenwerken aan dat 'anders' produceren. Maar zie dan als maatschappij ook jullie eigen rol en laten we dat samen doen. En stop met naar ons wijzen als 'de' foute boeren.
Want ergens is het voor jullie als jonge boeren ook echt niet een verrassing dat
er dingen zijn die anders moeten, ook best wel anders kunnen. Jullie weten
ook dat er al heel veel vernieuwingen gaande zijn, spannende vernieuwingen.
Soms van hele grote bedrijven die super efficiënt en super schoon werken, met
hoge eisen aan dierwelzijn. En ook van juist kleine bedrijven die met producten
of diensten bijzondere waarde weten te leveren aan de maatschappij. Want je
hebt best in de gaten dat daar ook behoefte aan is. Je weet dat er boeren zijn
die slim landbouw en natuur weten te combineren. Dat er burgers zijn die graag samenwerken met boeren. Dat hoeven we je op school
eigenlijk al amper meer uit te leggen. De grote vraag is vooral: en hoe ziet
die toekomst er dan voor jouzelf uit?
Jouw vraag is: wat past er dan bij mij, bij mijn familie, bij het bedrijf en bij de plek waar mijn bedrijf zit? En hoe krijgen we dat georganiseerd en hoe krijgen we dat voor elkaar met risico’s die hanteerbaar zijn? Hoe doe ik dat zonder dat ik slaaf ben van het eigen bedrijf, hoe hou ik plezier in het boer zijn?
Jouw vraag is: wat past er dan bij mij, bij mijn familie, bij het bedrijf en bij de plek waar mijn bedrijf zit? En hoe krijgen we dat georganiseerd en hoe krijgen we dat voor elkaar met risico’s die hanteerbaar zijn? Hoe doe ik dat zonder dat ik slaaf ben van het eigen bedrijf, hoe hou ik plezier in het boer zijn?
Dat zijn spannende vragen zonder rechtstreekse antwoorden. Het
succes waarmee we met zijn allen mogelijkheden vinden, juist voor die kleine
bedrijven, bepaalt hoe ons platteland er in de toekomst uitziet. Ik beleef het
als een voorrecht om met de studenten in Dronten te werken, heel veel van die
studenten willen zelf boer zijn of boer worden. We bouwen tijdens gesprekken,
excursies en colleges aan het beeld hoe de landbouw geworden is zoals het nu is,
we proberen de uitdagingen die er zijn scherp te krijgen. Als het gaat om
milieu en als het gaat om de verbinding met de burger.
We hebben het er samen over: is de gouden tijd van de
landbouw voorbij of gaat de gouden tijd van de landbouw komen? Ik hoop met
jullie dat het die laatste is: een toekomst waar de boerendiversiteit zorgt
voor een divers platteland met daarin de biodiversiteit die we nodig hebben.
Een toekomst waar ongetwijfeld een flink aantal echt grote
bedrijven zullen ontstaan, wellicht helemaal geïntegreerd in agro ketens. Als dit
bij jou past, ga ervoor! Want we hebben echt heel veel voedsel nodig, heel erg
veel. Meer dan de meeste burgers zich voor kunnen stellen. En misschien, heel
misschien is die ruimte er dan meer voor jou buiten Nederland. Onthoud dan: dat
ligt dan niet aan jou, dat ligt dan gewoon aan het feit dat we best een klein
land zijn. En laten we ook eerlijk zijn, de locatie is voor jou eigenlijk ook
minder relevant, als het bedrijf maar goed loopt.
Tegelijk hoop ik ook dat voor een groot deel van jullie een
weg gevonden wordt die ruimte geeft voor het boer zijn, voor het vakmanschap, voor
het bijzondere van het platteland, van dieren en planten, van het ritme van
seizoenen, van zaaien en oogsten. Misschien zijn dat wel bedrijven waar burgers
in mee financieren, waarin je met andere boeren samenwerkt in nieuwe manieren
om jouw unieke product bij de consument te krijgen. Dat zijn de bedrijven die
het platteland van hele grote meerwaarde maken voor een drukken en steeds meer
stedelijke omgeving
Daaraan bij kunnen dragen, dat is voor mij de reden om te
werken in het agrarisch onderwijs. Om een radartje te zijn in de zoektocht naar
jouw plek op de boerderij die bij jou past.
Ron Methorst
Docent/onderzoeker - HBO Postdoc Landbouw en Omgeving
Aeres Hogeschool Dronten
@ronmethorst
PS: aan alle mensen die diep overtuigd zijn van
ontwerpfouten in het landbouwsysteem: jullie stem is en wordt gehoord, ook door
mij en ook door de studenten. Durf je ook eens te verplaatsen in het effect van
jouw wijze van communiceren op een heel belangrijke partner voor de toekomst:
de jonge boer. Onderling gesprek in die zoektocht vraagt ook onderling respect,
respect dat makkelijk verdwijnt als in de discussie ééndimensionaal fanatisme
een plaats krijgt.