woensdag 23 november 2016

Dit gaat over auto’s en parkeren, NIET over melkveehouders en fosfaatplafond

In een straat met 100 huizen zijn 100 parkeerplaatsen. Elk huis heeft een grote en een kleine auto, 1 geparkeerd op eigen oprit, 1 geparkeerd op straat. 15 bewoners besluiten om de eigen oprit zo in te richten dat beide auto’s daar kunnen staan. De vrijgekomen parkeerplaatsen blijven niet lang leeg, al gauw is er bij 15 woningen een auto bijgekomen. De parkeerplaatsen zijn dus weer vol. Het is druk in de straat, maar het gaat net.

Dan komt er nieuws: er worden extra parkeerplaatsen gemaakt.

Al snel worden er auto’s bijgekocht, bij 10 woningen komen er 2 auto’s bij, bij nog eens 15 woningen 1 auto. Die 35 nieuwe auto’s passen echter niet op de nieuwe parkeerplaats, die blijkt na de aanleg namelijk maar plaats te hebben voor 10 auto’s. Het wordt dus al snel een redelijke chaos in de straat door dubbel geparkeerde auto’s en opstoppingen.

De burgemeester en wethouder worden erbij gehaald, er is een groot probleem. Even krijgt de wethouder zelfs de schuld dat hij het niet goed aan heeft zien komen, dit had hij op moeten lossen. 
Na een buurtoverleg was men eruit: er moet meer parkeerruimte komen, een kleinere auto neemt minder ruimte in, dus simpel: bij elk huis moet van de oorspronkelijke 2 auto’s de grote ingeruild worden voor een kleine.

Ja maar, zeggen de mensen die beide auto’s op eigen oprit konden parkeren, hoe zit dat nou? Wij gebruiken de openbare parkeerplaats niet eens, waarom moeten wij dan iets inleveren? Gestraft voor een probleem dat we niet gemaakt hebben?

Maar de burgemeester en wethouder zaten met een dilemma. Al die extra auto’s die gekocht waren, waren namelijk wel goed voor de omzet van het garagebedrijf, en dat was toch ook wat waard. En, tja, de wetgeving wordt anders te ingewikkeld, met uitzonderingen enzo. Nee, we houden het zo. Iedereen moet een grote auto inruilen voor een kleine.  
 
Mocht iemand een gelijkenis zien met melkveehouderij, dan berust dat puur op toeval.

1 opmerking: