De woorden
boer en ondernemer komen steeds weer terug in mijn onderzoek. Twee woorden maar
ook twee werelden. Werelden die achter het woord schaalgaan, maar ook door
verschillende mensen totaal verschillend begrepen (willen?) worden.
Boer als in ‘vroeger’
of boer als associatie met klompen en mestvork. Ouderwets, conservatief. Of
boer als in ‘de kern van het boerenbedrijf, de persoon die vanuit alles wat er op
en om zijn erf is voedsel produceert’. Of boer als in ‘boer zoekt vrouw’, tja
wat moet ik daar over zeggen.
Of boer als
in het programma melk en honing:
enerzijds de pionier van het ‘eerlijke eten’ en anderzijds stereotype boer Arie
die de jonge boerinnen in hun race voor beste boerendochter van Nederland
jureert.
Begeleid
worden vanuit enerzijds Rurale Sociologie en anderzijds Landbouw Economisch
Instituut betekent dat ook daarin de twee werelden weerspiegelen.
Het zal nog
wel even worstelen blijven, de termen hebben ondertussen zo’n eigen wereld, dat
is niet meer los te koppelen en neutraal te maken.
Voor mij kan
de ene term niet zonder de ander. Boer vind ik persoonlijk het mooist, juist
omdat het heel duidelijk de context en achtergrond van werken met leven
weerspiegelt. Tegelijk moet die boer ook zijn rol als ondernemer goed
vervullen.
Is de term
boerdernemer niet iets? Of farmpreneur?
De eerste
geeft geen hits op internet, de laatste wel: bijvoorbeeld die van een jonge
boer (of is het ondernemer) die extra
virgin raapzaadolie produceert
Geen opmerkingen:
Een reactie posten